Geen paniek! Trust me, I am an engineer, or... am I?
Vorige week ben ik weer eens lekker aan de slag geweest in het lab.
Binnenkort wil ik graag wat metingen buiten doen, om mijn zoektocht naar leven te
kunnen beginnen. Alleen zijn er nog een paar technische uitdagingen die mij tegen houden.
Een van de instrumenten waarmee ik werk heet TreePol en meet circulaire polarisatie. Deze staat van polarisatie wordt onder andere
gecreëerd door de homochirale eigenschap van chlorofyl (in groene bladeren).
Het instrument is een spectropolarimeter. Het meet polarisatie
over een spectrum, zoals het woord spectropolarimeter al een beetje verraadt.
Het kijken naar het polarisatie signaal over een breder golflengte gebied is belangrijk.
De chlorofyl moleculen in bladeren reageert het sterkst op licht wanneer deze een golflengte heeft
van rood licht, rond de 680 nm. Hierdoor wordt een deel van het zonlicht dat de moleculen raakt
circulair gepolariseerd. Dit signaal is erg klein (~ 1/10 van een procent!) maar groot genoeg
om te kunnen vertellen of een blaadje leeft of stervende is.
Maar hoe kan TreePol deze (circulaire) polarisatie staat van lichtgolven meten?
In optica hebben we optische elementen die de elektrische richting van licht vertragen,
zogeheten retarders. Hiermee kunnen we van circulaire polarisatie linear maken, en andersom.
Hieronder vind je meer informatie hierover!
Het principe van Treepol • meten door te veranderen
Door ongepolariseerd licht door (transmissie) of op (reflectie) een klimop blad te
schijnen activeren we als het ware deze eigenschap van chlorofyl. We richten TreePol op
het blad en het licht wat nu deels circulair gepolariseerd is valt op het instrument.